afb.
Tot op zijn veertigste jaar speelt Jan van Liempt in het eerste elftal van BVVTien minuten pas is er gespeeld in de slotwedstrijd waarin BVV landskampioen zal worden, als Piet van der Sluijs moet uitvallen. De band die hij vrijwel steevast om zijn knie draagt, baat hem niet meer. Ook in de voorgaande twee wedstrijden heeft Van der Sluijs vrij snel moeten afhaken. Charles Jackson wijst naar Jan van Liempt. Opnieuw moet hij invallen. Met zijn routine houdt Van Liempt het hoofd koel bij BVV, dat met een gelijkspel de landstitel binnenhaalt.Wie denkt dat dit een uitgelezen moment is om op 38-jarige leeftijd afscheid te nemen, heeft het mis. Een jaar later vervult Jan van Liempt ook in de derde kampioenscompetitie van BVV op rij zijn invallersrol als teruggetrokken binnenspeler. Pas in het najaar van 1949 kan de accu niet meer worden opgeladen, hij is dan al 40 jaar. ‘Van Liempt had in de eerste helft zijn kruit volledig verschoten en was een uitputting nabij’, schrijft Het Huisgezin na de wedstrijd BVV - LONGA (0-0) op 31 oktober 1949. Behalve eerste-elftalspeler is Jan van Liempt vanaf 1947 ook bestuurslid van BVV, een bijzondere combinatie. In het seizoen 1958-1959 raakt hij als bestuurslid betrokken in de spraakmakende affaire rond een poging tot omkoping. Dat komt hem op een schorsing voor vier maanden te staan. Samen met Harrie Weber, eveneens oud-speler van het eerste elftal en ook zolang geschorst, probeert Van Liempt dat seizoen binnen het bestuur tevergeefs genoeg medestanders te vinden om zijn oude leermeester Charles Jackson te wippen als trainer. De carričre van Jan van Liempt in het eerste elftal strekt zich uit over een periode van achttien jaar. ‘De nieuweling Van Liempt viel tegen’, oordeelt de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant na NOAD - BVV (6-1) op 20 september 1931. Veertien jaar later is de lof veel royaler in een speciale uitgave die BVV laat verschijnen omdat het 25 jaar op het hoogste niveau speelt: ‘Een speler rood zwart in hart en nieren, een van de “keien” van BVV. Een “zwerver” bij uitnemendheid. Maar dan in de goede sportieve zin van het woord. Zwerven van de ene club naar de andere is hem altijd vreemd geweest. Van de schoolbanken al loopt hij in BVV mee. In de aspiranten wist hij al spoedig uit te blinken. Als kwaliteit-speler steeds op het appel, is hij een steun voor zijn club.’ In het jubileumboek dat in 1946 rond het 40-jarig bestaan van BVV verschijnt, wordt de eer aan Van Liempt in andere bewoordingen bezongen. ‘Deze taaie speler wist na een inzinking zijn plaats in het eerste weer in te nemen. Een vechtjas van bijzondere klasse, een terriër. Houdt vast tot de laatste seconde. Het valt een tegenstander niet gemakkelijk zich van hem los te schudden’, schetst het jubileumboek de kwaliteiten van Jan van Liempt. Zijn bijnaam blijft onvermeld daarin, die klinkt alleen op en rond het veld. Alle suporters kennen hem als Snoekie, zijn medespelers noemen hem meestal Snoek. ‘Omdat hji altijd overal tussendook, overal tussenzat. En hij was snel. Hij was niet altijd even lief. Fanatiek, hij wist zijn mondje goed te roeren. Het leiderschap zat er al vroeg in’, weet zijn dochter Marjan. Ze wijst daarmee op de werkzame loopbaan van Jan van Liempt. ‘Mijn vader is in 1941 bij de Noord-Hollandse Levensverzekering Maatschappij gaan werken. Van agent is hij opgeklommen tot districts-inspecteur in Tilburg. Op het laatst was hij leidinggevende van een paar honderd verzekeringsagenten. Hij heeft zichzelf veel aangeleerd, op de universiteit van het leven, zoals hij zelf altijd zei’, vertelt Marjan de Groot - van Liempt. Het voetballen heeft hem aan die baan bij het verzekeringsbedrijf geholpen, stipt het Brabants Dagblad aan.’Omdat hij een populaire voetballer was, werd Jan van Liempt in 1941 bij het verzekeringsbedrijf aangesteld als agent. Van Liempt is een van de weinige figuren uit de sportwereld die door hun populariteit een baantje kregen en zich van daaruit opwerkten’, signaleert de krant in 1966 bij zijn zilveren jubileum. Jan van Liempt is de oudste zoon in een gezin met elf kinderen. Zijn vader is sigarenmaker, een beroep van veel Bosschenaren. Hij groeit op in de Bossche volkswijk De Pijp en gaat rechtstreeks vanaf de lagere school werken als stukadoor. De vrije tijd gaat op aan voetballen bij BVV én aan dammen bij Excelsior waar ook zijn broers Ad en Bernard lid worden. Van Liempt haalt ook Thijs Sluiter, zijn neef en medespeler bij BVV, over om te gaan dammen. Beiden zijn succesvol daarin. Ze behalen titels en dragen eraan bij dat Excelsior jarenlang onbetwist de beste damclub van Brabant is. Jan van Liempt houdt tot op hoge leeftijd de geest scherp en het lichaam fit. ‘Hij was een ijdele man. Hij was al ruim in de zeventig toen hij nog een handstand maakte tegen de muur, touwtje sprong en oefeningen op de vloer deed. Hij wist ook niet wat hoofdpijn was’. herinnert dochter Marjan zich. In april 1996 wordt Jan van Liempt als oudste bewoner van zorgcentrum De Grevelingen in Den Bosch op 86-jarige leeftijd biljartkampioen van het tehuis. ‘Als je het kopje erbij houdt, gaat het vanzelf. Het is heel belangrijk om fit te blijven’, zegt hij tegen een verslaggever van het Brabants Dagblad. Vier maanden later overlijdt hij, kort na de dood van zijn echtgenote. Marjan: ‘In een zucht was hij weg.’ | 217 |
Thys Burgerhof e.a., 75 jaar voetbal wel en wee van BVV (1981) 39
A.L. Mees e.a., Gedenkboek B.V.V. 1906-1946 (1946) 35, 122, 134
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 24, 42, 47, 48, 51, 53, 57, 66, 81, 82, 83, 140, 141, 149, 179, 215, 216, 217-218, 230, 236